Roadtrip door Normandië: een relaxed busje-route met stille overnachtingsplekken
Normandië is zo’n regio waar je eigenlijk nooit verkeerd zit. De kliffen, de appelgaarden, die kleine havens waar je even blijft hangen… alles voelt dichtbij en toch totaal anders dan thuis. En eerlijk: het is een perfecte bestemming voor wie met een campervan reist en op zoek is naar rust. Niet de drukke mega-campings, maar van die plekken waar je ’s avonds alleen wat meeuwen hoort en verder helemaal niets.
Maar goed, soms wil je ook gewoon een warme douche of een fatsoenlijk bed nemen. Ik heb zelf al eens gekozen voor een korte hotelstop – en de site https://www.le-bon-hotel.fr gaf toen prima opties in de buurt. Misschien handig als jij onderweg ook zo’n “oké, vannacht even luxe”-moment hebt.
Waarom Normandië zo lekker werkt in een campervan

Frans, maar niet té ver rijden. Ruig, maar toch makkelijk toegankelijk. De afstanden zijn kort: van de kliffen van Étretat naar de rustige valleien van de Suisse Normande zit je in een goede anderhalf uur. Daardoor kun je zonder stress een route maken die zowel natuur als kleine stadjes meepakt.
En nog iets: Normandië heeft behoorlijk wat officiële camperplaatsen, plus rustige parkeerzones buiten de grote badplaatsen. Je moet soms even zoeken (en soms omrijden – ja, dat overkomt iedereen), maar echt: je vindt bijna altijd een rustige spot.
Een haalbare 4-tot-5-daagse route voor een eerste Normandië-trip
1. Étretat en de Alabasterkust (dag 1)
De iconische bogen van Étretat blijven indrukwekkend, zelfs als je er al tien foto’s van hebt. Ga vroeg in de ochtend; om 9 uur is het licht vaak prachtig zacht. Rond Étretat kun je niet overal blijven staan met een busje, maar net buiten het dorp zijn er kleine parkeerterreinen waar je overdag prima kunt staan. Voor de nacht kies je beter een officiële camperplek iets verderop langs de kust – dat is rustiger én toegelaten.
2. Honfleur en de Seine-estuarium (dag 2)
Honfleur is toeristisch, dat ga ik niet verbloemen. Maar het blijft een heerlijke stad om doorheen te slenteren. De camperplaatsen rond Honfleur liggen niet in het centrum, maar wel op loopafstand. Tip: kom laat in de middag, dan heb je meer kans op een plekje en wordt het rond 20u verrassend stil. Vraag jezelf af: wil je hier echt overnachten, of rijd je liever 15 minuten verder voor meer stilte? Persoonlijk kies ik altijd voor de rust.
3. De invasiestranden en de Côte de Nacre (dag 3)
Van Ouistreham tot Arromanches: er zijn tientallen plekken waar je kunt stoppen, een wandeling maken, een klein museum binnenstappen… Het is een route waar je makkelijk te veel tijd verliest omdat elk dorpje iets heeft. Overnachten kan vaak bij eenvoudige gemeentecampings of bij rustige parkeerzones aan de rand van de dorpen. Niet glamourous, maar wél sereen. En dat wil je toch?
4. Suisse Normande – bochten, bossen en stilte (dag 4)
Zodra je het binnenland in duikt, verandert alles. Groene heuvels, rivieren, kleine dorpjes waar je brood nog écht vers ruikt… Ik vind dit persoonlijk het perfecte deel van Normandië voor wie stilte zoekt. Hier zijn minder klassieke camperplaatsen, maar je vindt er genoeg legale plekken vlakbij wandelroutes. Ga bijvoorbeeld wandelen bij Clécy: de uitzichten boven het dal zijn fantastisch, zeker net voor zonsondergang.
5. Terug richting Caen of Bayeux (dag 5)
Afhankelijk van je route terug kun je kiezen voor een laatste stop in Caen (handig voor boodschappen en water bijvullen) of in Bayeux. Bayeux voelt trouwens altijd verrassend relaxed, zelfs in het hoogseizoen. Een fijne plek om nog even een terrasje te pakken voordat je richting huis rijdt.
Waar kun je het best rustig overnachten met een busje?

Er is geen magische lijst – en als iemand die wél belooft, geloof hem niet. Maar er zijn wél duidelijke vuistregels die in Normandië bijna altijd werken:
- Kies kleine dorpen net buiten de kuststrook. Vaak stiller, vaak goedkoper, vaak fijner.
- Vermijd grote toeristische hotspots voor de nacht. Étretat, Deauville, Arromanches… prachtig overdag, druk ’s avonds.
- Check altijd ter plekke de borden. Normandië is redelijk streng rond natuurgebieden.
- Gemeentecampings zijn je vriend. Vaak simpel, maar rustig en voor een paar euro ben je binnen.
Franchement, de beste plekken ontdek je meestal door een klein zijweggetje te nemen en even te kijken hoe het voelt. Je merkt meteen: “ja, hier blijf ik” of “nope, doorrijden”.
Praktische tips voor een zorgeloze Normandië-trip
- Vermijd juli/augustus als je rust zoekt. Juni en september zijn top.
- Wind! De kust kan stevig waaien. Zet je busje schuin op de wind, het scheelt echt in de nacht.
- Waterpunten vind je vooral bij camperplaatsen en kleine campings. Niet gokken: altijd bijvullen als je de kans hebt.
- Wandelschoenen: neem ze mee. Écht. Je gaat vaker uitstappen dan je denkt.
Is Normandië iets voor jou?
Als je houdt van natuur, korte ritten, veel variatie, en ’s avonds geen drukte? Dan ja, honderd procent. Als je liever dagenlang op één plek staat of een mediterraan klimaat verwacht… misschien niet. Al kan het weer hier je soms positief verrassen.
Hoe dan ook: Normandië blijft een van de makkelijkste en meest dankbare regio’s om met een campervan te ontdekken. Rustige nachten, prachtige routes, en genoeg plekken om even bij te tanken – letterlijk en figuurlijk.
